De vereniging Bruxelles Air Libre Brussel eist van de federale regering 9.935.000 Euro voor het overtreden van de geluidsnormen.

De vereniging die opkomt voor de slachtoffers van het Zaventems luchtverkeer eist van de Belgische Staat de betaling van dwangsommen voor het overtreden van het Brussels arrest inzake geluidsnormen. Het gaat meer bepaald om overtredingen die begaan werden tussen 10 mei en 30 juni 2007, en betreffen 5 Ă  10 % van het luchtverkeer dat op lage hoogte over delen van het Brussels Gewest geleid wordt.

Air Libre heeft reeds halverwege de maand mei Ă©Ă©nmalig dwangsommen opgelegd voor tien overtredingen en verwachtte van de Minister van Mobiliteit aanpassingen om de meest lawaaierige toestellen niet in overtreding te laten gaan (ander uur, route, en/of startbaan programmeren). De metingen en de overtredingen tonen aan dat er geen maatregelen in die zin genomen werden, waardoor de vereniging zich genoodzaakt ziet om verder dwangsommen op te leggen voor het totaal aantal begane overtredingen.
De vereniging herinnert eraan dat de door de rechtbank toegekende dwangsommen als ontradend bedoeld zijn om een minimum leefbaarheid voor de inwoners van de getroffen delen van het dichtbevolkte Brussels Gewest te herstellen.
Indien de Minister van Mobiliteit nu ook geen maatregelen neemt dreigen de dwangsommen voor de maanden juli, augustus, en september, verder op te lopen tot zowat 25 miljoen Euro.

In de laatste pleidooien vroeg de advocaat van de Minister van Mobiliteit een schorsing van de dwangsommen gezien de Minister geen maatregelen kon nemen tijdens een regering die in lopende zaken verkeert. De vereniging heeft echter vastgesteld dat tijdens de laatste weken tot twee keer toe structurele vliegprocedures veranderd werden die echter geen betrekking hebben op het vermijden van overtredingen. Er staat Minister Landuyt, die nog steeds over dit dossier bevoegd is, niets in de weg om de geluidsnormen te eerbiedigen, de lawaaierigste toestellen anders programmeren, en de dwangsommen vermijden.

Bruxelles Air Libre Brussel wenst hiermee ook druk uit te oefenen op de regeringsonderhandelaars die dit dossier moeten oplossen. Het ene zinnetje uit de 2de nota van Formateur Yves Leterme volstaat niet :
De regering bevestigt het belang van de luchthaven in Zaventem en voorziet op korte termijn in een oplossing om de exploitatie van de luchthaven en de kwaliteit van de leefomgeving met elkaar te verzoenen, door een billijke en evenwichtige verdeling van de hinder die aan de exploitatie verbonden is. »
De geluidshinder rond Zaventem vraagt om een aanpak ten gronde, met schadeloosstelling van de zwaarst gehinderden.

Het beleid rond de luchthaven van Zaventem en haar toekomst moet structureel aangepakt worden, en daar horen volgende vragen bij : Gelet op de impact van luchtverkeer op het broeikaseffekt en het klimaat, welke capaciteit moet de luchthaven nastreven ? Gelet op de dichtbevolkte regio en de nabijheid van een stad van Ă©Ă©n miljoen inwoners, welke openingsuren moet men hanteren ? Hoe en in welke zones moeten mensen vergoed worden voor overmatige hinder ? Hoe kan men het best het luchtverkeer verdelen tussen de federale en de regionale luchthavens ? Wat heeft men nodig om een onafhankelijke controle en naleving van de afgesproken procedures te garanderen ?

Indien de volgende federale regering – tegen alle milieulogica in – toch zou beslissen luchtverkeer verder te ontwikkelen, moet er dan geen andere luchthaven dan Brussels Airport overwogen worden ?

Hoe kunnen de regeringsonderhandelaars beslissingen nemen over de federale luchthaven zonder ooit het verkoopscontract van haar privatisering gezien te hebben ?
Wat zal er beslist worden i.v.m. de vraag van prive-eigenaar Macquarie om de resterende 30 % van de aandelen verder op te kopen ?

Dit zijn allemaal belangrijke vragen die wat meer antwoorden vereisen dan dat ene zinnetje in de nota van de Formateur.
De vereniging Air Libre vreest dat de juridische veldslag tussen de overheid en de inwoners van de regio Brabant niet zal ophouden tenzij antwoorden geboden worden op voorgaande vragen, tenzij een beleid nagestreefd wordt met respect voor de veiligheid en de gezondheid van de mensen en met eerbied voor het milieu.