Waarom gelijke spreiding haast onmogelijk is

Waarom gelijke spreiding haast onmogelijk is

Het hof van beroep van Brussel verplicht de overheid om de geluidsoverlast van de luchthaven van Zaventem gelijk te spreiden over alle omwonenden. « Onmogelijk », reageert minister van Verkeer Renaat Landuyt (SP.A).
De uitspraak gisteren in de zoveelste rechtszaak rond de geluidshinder van Zaventem zorgde opnieuw voor heel veel beroering.

Dit keer ging het om een zaak die werd aangespannen door omwonenden uit de noordrand, bewoners van Overijse (fout vrt?), Vilvoorde, Machelen en Meise. Later hebben nog andere meer oostelijk gelegen gemeenten zich daarbij aangesloten, zoals Kortenberg en Steenokkerzeel.

Hun vraag was vrij algemeen, in tegenstelling tot eerdere specifieke rechtszaken over een bepaalde baan of route. Deze mensen vroegen enkel een gelijke spreiding van de hinder die de luchthaven veroorzaakt.

De rechter ging in op hun verzoek en beveelt die gelijke spreiding nu aan de federale overheid. Aan de Vlaamse overheid beval de rechter dat er een milieu-effectenrapport moet komen over die geluidshinder.

« Dat is onmogelijk »
Hoewel een gelijke spreiding van de hinder misschien logisch lijkt, verklaarde Minister van Verkeer Landuyt onmiddellijk na de uitspraak dat zoiets toch onmogelijk is.

Op Zaventem zijn er namelijk drie pistes die gebruikt kunnen worden, in beide richtingen. Aan elk uiteinde van zo’n baan heb je dus een zone van omwonenden die getroffen worden door de geluidshinder.

Zes zones krijgen zo dus te maken met de overlast. In theorie is het logisch elke zone evenveel te belasten, maar om praktische redenen is zoiets moeilijk haalbaar.

Zo moet de verkeersleiding bijvoorbeeld rekening houden met de windrichting, normaal moeten vliegtuigen zoveel mogelijk tegen de wind in opstijgen. Bovendien zijn niet alle pistes even goed uitgerust, ze hebben bijvoorbeeld niet allemaal evenveel taxibanen. Daadoor kan niet elke baan een even grote capaciteit aan.

Het hof spreekt zichzelf tegen
Maar de uitvoering van de gelijke spreiding lijkt ook onmogelijk door eerdere uitspraken van datzelfde hof van beroep van Brussel. Vorig jaar bevestigde het hof namelijk de geldigheid van de Brusselse geluidsnormen.

Die normen verbieden het intensief overvliegen van dichtbevolkte zones. Dat betekent dat er dus minder over Brussel gevlogen mag worden. Bovendien verbood het hof vorig jaar ook het intensief landen op de zogenoemde dwarspiste. Ook die twee uitspraken verhinderen dus een gelijke spreiding.

De rechter bestempelde bovendien in zijn uitspraak van gisteren haast « en passant » de Brusselse geluidsnormen als ongrondwettelijk. Het dossier-Zaventem wordt zo steeds meer een onontwarbaar kluwen.

Het communautaire tintje
Niet geheel onverwacht krijgt de zaak ook alweer een communautair staartje. De uitspraak gisteren werd gedaan door de Nederlandstalige kamer van het hof van beroep, de vorige twee door de Franstalige.

Een dergelijke tegenspraak was er onlangs ook al in dit dossier. De Nederlandstalige magistraten lijken over het algemeen meer oren te hebben naar de economische argumenten voor de luchthaven, de Franstaligen lijken meer begrip te hebben voor de overlast.

Wat er nu moet gebeuren, is nog onduidelijk. Vanaf volgende maand krijgt de federale overheid dwangsommen aan de broek als de gelijke spreiding geen feit is.

« Het is kiezen voor de minste schade », zei Landuyt daarover. « We gaan in feite voor het beperken van de economische schade, maar dwangsommen worden op de duur natuurlijk ook economische schade. »

De ideale oplossing op korte termijn heeft Landuyt dus nog niet, maar hij blijft wel hameren op zijn standpunt dat het parlement in deze zaak de eindbeslissing moet hebben.

Daarmee doelt hij op de federale vliegwet die in de maak is en waarmee de minister een finale beslissing wil nemen in de zaak. Maar dat kan nog maanden duren en in afwachting blijft het dus schipperen.

nota Air Libre :

Zoals bekend hebben de geluidsnormen voor gevolg, indien deze gerespecteerd zouden worden, dat slechts 5 % van de vluchten een andere dan een Brussel-route zouden moeten kiezen.
Interessant om te noteren dat Landuyt’s spontane reactie een toegeving is van onmogelijkheid tot eerlijke spreiding, en het kiezen van de wegen die hem het minste zullen kosten : waarschijnlijk die van de minst vermogende omwonenden.

22/03/06