Déjà-vugevoel na DHL-debacle

(tijd) – Er moet een nieuw vluchtplan worden uitgetekend voor de luchthaven van Zaventem. Lukt dat niet, dan is de nationale luchthaven ten dode opgeschreven. Plots duiken alle communautaire en politieke knopen weer op die premier Guy Verhofstadt ten tijde van het DHL-debacle niet kon ontwarren en die zijn regering bijna deden crashen. politieke impasse

Sinds de voormalige federale minister van Mobiliteit Isabelle Durant (Ecolo) en – achter de schermen – ook Verhofstadts toenmalige kabinetschef Luc Coene eind 1999, het eerste jaar van de paars-groene regering, de nachtvluchten vanop de luchthaven van Zaventem op de politieke agenda plaatsten, is niemand er meer in geslaagd het deksel weer op deze doos van Pandora te krijgen. Was het plan eerst de vluchten vanop de luchthaven van Zaventem en bijhorende geluidshinder te concentreren, dan werd uiteindelijk geopteerd voor het andere uiterste, de vluchten en geluidshinder zoveel mogelijk spreiden.

Dit ‘klotedossier’, zoals Bert Anciaux (Spirit) als gewezen federale minister van Mobiliteit het spreidingsplan noemde, ging van kwaad naar erger. Er rezen pressiegroepen als paddestoelen uit de grond, die niet alleen politiek op het dossier gingen wegen, maar ook de rechterlijke macht inschakelden. Regering en parlement sleutelen nu al jaren aan het spreidingsplan, vaak omdat het gerecht de politieke wereld geen andere keuze laat door dwangsommen op te leggen.

Inmiddels is de impasse compleet. Na de stortvloed van rechterlijke uitspraken is er een noodsituatie ontstaan. Er kan volgens federaal minister van Mobiliteit Renaat Landuyt (sp.a) nu niet meer over de noordrand, de oostrand en Brussel worden gevlogen. Hij luidt de alarmbel: dit komt neer op de sluiting van de luchthaven.

De topministers van de regering bogen zich gisteren over het ongemeen ingewikkeld geworden dossier dat weinigen nog kennen of willen kennen. De boodschap klonk simpel: er moet snel een nieuw vluchtplan voor Zaventem worden opgesteld. En dat moet in overleg met Vlaanderen en Brussel gebeuren, want beide regio’s spelen opnieuw een sleutelrol. Zij zijn bevoegd voor de geluidsnormen. En daar staat of valt heel het dossier mee, benadrukt Landuyt.

Zwartepiet

De toekomst van de nationale luchthaven zorgt in de Wetstraat voor een déjà-vugevoel. Weer duiken alle communautaire, institutionele en politieke knopen op, waarin Verhofstadt II vorig jaar serieus verstrikt raakte in een zoektocht naar een oplossing voor de uitbreidingsplannen van het koerierbedrijf DHL op de luchthaven van Zaventem. De uitkomst daarvan is bekend: Verhofstadt geraakte er niet uit, DHL besliste zijn centrum in Zaventem af te bouwen en de federale regering was bijna gecrasht.

Dit keer is er vooralsnog geen sprake van een politieke crisissfeer, ook al is de inzet vele malen groter dan in het dossier-DHL. Dit keer is het gevaar niet dat een bedrijf de deuren sluit, maar dat heel de luchthaven van Zaventem stilvalt, met verstrekkende gevolgen voor de hele Belgische economie.

Het is een teken aan de wand dat de federale topministers gisteren in een kernvergadering tot de vaststelling kwamen dat zij er eigenlijk niet veel aan kunnen doen. Het voortbestaan van de nationale luchthaven ligt in handen van Brussel en Vlaanderen, klonk het bijna laconiek. Het doorschuiven van de zwartepiet tussen de federale staat en de deelstaten was ook in het DHL-dossier al de grootste politieke bekommernis van de Wetstraat.

Wim VAN DE VELDEN

De Tijd,

© 2005 Uitgeversbedrijf Tijd n.v.