Blokkeert Brussel de miljoenendeal tussen Biac en Macquarie?

De Brusselse gewestregering eist de vernietiging van de uitbatingvoorwaarden van de luchthaven in Zaventem. De nieuwe aandeelhouder, het Australische Macquarie, dekte zich in tegen mogelijke schade. Gaat de opbrengst van 735 miljoen euro voor de oude aandeelhouders vliegen?

Evelyne Huytebroeck (Ecolo) bekijkt de jongste gebeurtenissen bij luchthavenexploitant Biac met een scheef oog. De Brusselse gewestelijke minister van Leefmilieu heeft het niet zo begrepen op de Koninklijke Besluiten van 27 mei en 21 juni 2004. Die regelen de wijziging van de luchthavenuitbater in Zaventem van een naamloze vennootschap in publiek naar privaat recht. Bovendien leggen de KB’s de voorwaarden vast voor de uitbating van de luchthaven. Biac kreeg een licentie van onbepaalde duur.

Het kabinet van Huytebroeck stapte op 10 augustus 2004 naar de Raad van State en het Arbitragehof met de vraag tot vernietiging van de voorwaarden voor de uitbating van de luchthaven. De juridische demarche richt zich alleen tegen de federale staat, niet tegen de Australiërs van Macquarie, die in november 2004 een belang kochten van 70 % in Biac. Op het kabinet van de gewestelijke minister wordt beklemtoond dat men niet gekant is tegen de privatisering van Biac. Het juridische geschil draait om de milieuvoorwaarden bij de uitbating van de luchthaven.

De actie was aanvankelijk een solo slim van Huytebroeck. Maar op 13 januari 2005 schaarde de voltallige gewestregering zich achter de zaak. Het Arbitragehof had de minister van Leefmilieu er immers op gewezen dat een betwisting bij het hof de goedkeuring moet dragen van een voltallige regering.

De juridische argumentering van het kabinet – geholpen door meester Didier Lagasse van het kantoor Janson Baugniet – stoelt hoofdzakelijk op twee pijlers. Eerste bezwaar: het Brussels gewest werd niet betrokken bij het klaarstomen van de voorwaarden van de licentie voor de uitbating. Die heeft echter gevolgen voor het milieu, een gewestelijke bevoegdheid. Tweede bezwaar: de voorwaarden van de licentie stellen dat de uitbater de luchthaven verder moet ontwikkelen en laten groeien. Dat druist in tegen artikel 23 van de grondwet, dat het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu waarborgt.

Voorts omvat het pleidooi van minister Huytebroeck kleinere bezwaren, onder meer tegen de bepaling dat het aantal vliegbewegingen zou moeten klimmen van 74 naar 80 per uur. Bij de federale overheid was er geen voorafgaand onderzoek naar de mogelijke gevolgen van die verhoging.

Volgens Alexandra Sombsthay, de juridische verantwoordelijke op het kabinet, omvatten de KB’s nauwelijks passages over milieuvoorwaarden. Het opstellen van de licentie werd in ijltempo afgehaspeld. De Belgische staat wou snel de luchthaven verkopen, zodat de begroting werd opgekrikt. Daardoor kregen de nieuwe uitbaters een vrijkaart voor de ontwikkeling van de luchthaven. Er zijn geen grenzen aan het aantal nachtvluchten. Er staat niets in over de zuivering van afvalwater. Of over de chemische producten die gebruikt worden bij het ontvriezen van vliegtuigen. Noch over geluidsnormen. De voordien toegepaste tariefverschillen bij het opstijgen en landen ‘s nachts verdwenen uit de KB’s.

Het kabinet wijst erop dat de provincie Vlaams-Brabant een limiet stelde voor het aantal nachtvluchten van 25.000 per jaar. Toch maken beide KB’s wel degelijk gewag van milieuvoorwaarden. De uitbater van de luchthaven moet er bijvoorbeeld over waken dat de kwaliteit van het milieu overeenstemt met nationale en internationale normen. De uitbater moet een isolatieprogramma uitvoeren. De geluidsquota blijven van toepassing. Biac moet zo vlug mogelijk een eigen afwateringsysteem krijgen voor regenwater en afvalwater. Voor de bestrijding van ijsvorming op de pistes moeten de voor het milieu minst schadelijke producten worden gebruikt. De uitbater moet de geluidsnormen naleven van het Vlaams en Brussels gewest. En er is een tariefsysteem voor lawaaierige vliegtuigen.

De Raad van State heeft geen termijn om een beslissing te nemen. Het Arbitragehof zal normaliter over twee, drie maanden een oordeel vellen. Midden maart zou er dus een beslissing kunnen zijn. Het kabinet van de federale minister van Overheidsbedrijven Johan Vande Lanotte (SP.A) wil niet reageren zolang de procedure loopt. De Belgische staat heeft een belang van 30 % in Biac. Maar de nieuwe hoofdaandeelhouder van Biac, Macquarie, is vrij gerust in een goede afloop. Macquarie vroeg al juridisch advies. Verwacht wordt dat het juridisch geschil positief verloopt.

Toch nam Macquarie voorzorgen in het geval de uitspraak in haar nadeel zou uitdraaien. In een eerste scenario moet de Belgische staat binnen een bepaalde termijn de wetgeving herzien, zodat de belangrijkste elementen van de licentie overeind blijven. Slaagt ze daar niet in, dan krijgt Macquarie een schadevergoeding. De opgelopen schade moet ten minste 10 miljoen euro bedragen. En het maximale bedrag voor de schadevergoeding bedraagt de helft van de overnameprijs. Macquarie kocht een belang van 70 % in Biac voor 735 miljoen euro.

Het tweede scenario valt nog duurder uit. Stel dat de Raad van State en het Arbitragehof de twee KB’s vernietigen. Met als gevolg dat Biac opnieuw een naamloze vennootschap naar publiek recht wordt. Dan kan Macquarie de overname opzeggen. De verkopers moeten dan hun opbrengst terugbetalen Ă©n de onkosten (13,2 miljoen euro) die gepaard gingen met de overname. Macquarie zal bovendien de jaarlijkse 6,475 % dividenden die het aan zijn aandeelhouders uitkeert, vorderen. Macquarie zal op zijn beurt een uitkering van 17,5 miljoen euro aan dividenden terugstorten aan Biac.

Wolfgang Riepl