Staatssecretaris Etienne Schouppe heeft in de Kamer de algemene nota voorgelegd aangaande het beleid voor de luchthaven van Zaventem.
Wij verheugen ons dat mijnheer Schouppe lijkt te besluiten dat een lange-termijn-visie benodigd is. In het bijzonder geeft hij toe dat er exploitatiebeperkingen nodig zijn en dat er een beleid van ruimtelijke ordening moet komen, hetgeen de vereniging Air Libre Brussel reeds jaar en dag tracht duidelijk te stellen.
Daarentegen kan Air Libre slechts vaststellen dat de heer Schouppe nog steeds onvoldoende lessen getrokken heeft uit de crashes van zijn voorgangers.
Wij zijn eveneens verheugd dat mijnheer Schouppe alle betrokken partijen rond de tafel wil krijgen om tot een gemeenschappelijk beleid te komen. Waar het schoentje knelt is dat in dit overleg de overvlogen burgers en hun verenigingen niet als betrokken partijen beschouwd worden en hierover ook niet geraadpleegd zullen worden ! De staatssecretaris kondigt een forum aan dat zal bestaan uit de burgemeesters van de verschillende betrokken gemeenten, Belgocontrol, luchtvaartmaatschappijen, pilotenverenigingen, en de vakbonden van de luchthaven. De vereniging Air Libre eist dat de verenigingen rond de luchthaven, die jarenlang voor hun rechten opkomen en voor hun gezondheid vechten mee aan tafel uitgenodigd worden.
Staatssecretaris Schouppe kondigt een aantal maatregelen in verband met de nachtelijke vluchten tussen 11 uur ‘s avondsd en 6 uur ‘s ochtends : bevriezing van het aantal bewegingen, rustperiodes tijdens de week-endnachten, en de waarborg op 4 nachten zonder overvluchten.
De vereniging Air Libre verheugt zich over deze positieve maar magere maatregelen.
Ze veroordeelt daarentegen het bedrieglijk rotatieschema dat zand in de ogen strooit. Vier nachten zonder overvluchten betekent drie nachten met intensieve overvluchten ! De vereniging stelt opnieuw met klem dat de luchthaven slechts kan blijven bestaan mits een volledige afbouw van de nachtvluchten.
De heer Schouppe maakt ook bekend het aantal landingen bij noord-oostenwind op baan 02 te willen verminderen. Deze gebeuren in de richting Waterloo-Zaventem. Hij bestelt hiervoor een impactstudie om te landen via baan 07L, d.i. van Koekelberg naar Zaventem dwars door heel het dichtbevolkte Brussel. Deze wijze van landen vereist een investering om baan 07L te voorzien van een ILS-systeem (1).
Aangezien landen op 07L in het verleden uitzonderlijk gebeurde en er nu zonder meer mee geĂ«xperimenteerd wordt, hebben de inwoners van het Brussels stadsgewest reeds meerdere malen hiermee kennis gemaakt en meest recent zelfs vorig week-end toen ze getrakteerd werden op uren met landingen van Ă©Ă©n vliegtuig om de twee minuten. De inwoners op de rechte lijn Koekelberg – Brussel-centrum – Evere – Zaventem hebben geen studie nodig om dit als onleefbaar en als niet minder dan een martelinitiatief te ervaren.
De inwoners onder baan 02 (Waterloo-Zaventem) kunnen ervan meespreken, en men kan hierover slechts volgende conclusie trekken : deze luchthaven heeft slechts Ă©Ă©n landingsmogelijkheid : en dit is ten oosten van de luchthaven op banen 25R en 25L, waar men van oudsher weinig of niet gebouwd heeft.
Dit brengt ons bij de tweede conclusie : de luchthaven is onbruikbaar bij noord-oostenwind.
Mensen die dit dossier kennen wisten dit reeds lang, en niet in het minst ex-cabinetschef van premier Verhofstadt Luc Coene die slechts Ă©Ă©n keer zijn zeg mocht doen.
Andere luchthavens die in den beginne – met weinig trafiek – zo dicht aan een stad aangelegd zijn, werden eenvoudigweg verhuisd (vb. MĂŒnchen) in de jaren van exponentiĂ«le toename van luchtverkeer.
Zoveel vragen de verenigingen niet.
Wel eist Air Libre Brussel en eisen alle actiecomitĂ©’s en alle getroffen burgers dat politici vandaag deze realiteit onder ogen zien en ophouden spelletjes te spelen, ophouden de bevolking te doen geloven dat deze luchthaven als tweede poort voor Vlaanderen nog kan groeien.
De realiteit moet onderkend worden : om de luchthaven nog enige toekomst te bieden MOET de globale hoeveelheid trafiek naar beneden zodat bij ongunstige weersomstandigheden, d.w.z. bij noord-oostenwind (dat blijkbaar meer en meer voorkomt), de impact van de hinder beperkt blijft.
Men kan hiervoor niet anders dan de vrachtactiviteit afbouwen dat slechts een beperkt lokaal cliënteel geniet en niet strikt nodig is op deze dichtbevolkte lokatie, net zoals de chartervluchten die voor de economie van deze zone geen grote toegevoegde waarde hebben. Voor deze activiteiten zijn er beter gelegen luchthavens op een grotere afstand in weinig bevolkt gebied.
Brussels Airport heeft geen andere keus dan een kwaliteitsvolle City Airport te worden, met hoge toegevoegde waarde voor de internationale functie van heel de Brabantse regio.