De rechtbank van eerste aanleg te Brussel, in een zitting « als in kortgeding », heeft gisteren 8 februari 2007, de v.z.w. Bruxelles Air Libre Brussel in het gelijk gesteld.
In haar ordonnantie van gisteren 8 februari 2007 geeft de rechtbank bevel de overtredingen tegen het Geluidsarrest van 27 mei 1999 met betrekking tot het lawaai van luchtverkeer te doen stoppen, en voorziet ze een sanctiemogelijkheid met dwangsommen a rato van 5.000 Euro per vastgestelde overtreding.
De dwangsommen worden toegekend aan de vereniging en mogen opgelegd worden vanaf drie maanden na betekening van de uitspraak, hetgeen vandaag nog ingediend wordt.
Dit betekent een dubbele historische overwinning :
Het is enerzijds het eindresultaat van een burgeractie in haar ijveren naar bescherming van haar gezondheid en leefmilieu. Het is de eerste keer dat de wet van 12 januari 1993, dat het recht definieert op een juridische aanklacht omtrent milieubescherming, een zo duidelijke toepassing en uitspraak kent.
Verenigingen die het belang van mensen met betrekking tot milieu nastreven hadden tot voor kort slechts op beperkte wijze toegang tot het gerecht. De juridische middelen tegenover overheid en multinationals ontbraken.
Anderzijds is dit een overwinning van alle mensen die overmatig hinder ondervinden van vliegverkeer als dusdanig. In 2005 had het Brussels Gewest reeds een gelijkaardige uitspraak in haar voordeel gekend door het Hof van Beroep. Ondanks de toenmalige uitspraak, en ondanks een latere bevestiging van deze uitspraak na een beroep van Landuyt tegen de geluidsnormen aan het Hof van Cassatie, is het Brussels Gewest er nooit in geslaagd de overtredingen tegen de geluidsnormen, die nochthans lakser zijn dan de geluidsnormen van de WGO (Wereld Gezondheid Organisatie), te laten ophouden.
Dit omdat de moed in de Brusselse regering hiervoor ontbrak.
Door dit gebrek aan initiatief vanwege Brusselse politici heeft de vereniging Air Libre beslist zelf met hoogdringendheid een juridische procedure op te starten om het Geluidsarrest zo snel mogelijk te laten toepassen, en bij gebrek van eerbied hiervan, het opleggen van dwangsommen mogelijk te maken.
In principe kunnen hierdoor vandaag de inwoners van het Brussels Gewest, die blootgesteld worden aan teveel geluidsoverlast van vliegtuigen, eindelijk de minimumbescherming die het Geluidsarrest biedt inroepen.
De rechtbank stelt in haar conclusie vast, en bevestigt hetgeen Air Libre tegen weer en wind steeds tracht duidelijk te maken, dat de geluidsnormen van het Arrest Geluid lakser zijn dan de aanbevolen geluidsnormen van de WGO (Wereld Gezondheid Organisatie).
Ze bevestigt ook dat het geenszins de bedoeling is om de luchthaven te laten sluiten zoals verkeerdelijk de boodschap vaak de wereld ingestuurd wordt, aangezien minder dan 5 % van het luchtverkeer in overtreding is.
De rechtbank stelt verder dat de vereniging Bruxelles Air Libre Brussel geenszins de bedoeling heeft om het betreffende vliegverkeer over andere mensen te laten verlopen.
Deze rechterlijke uitspraak wijst onze overheden rechtstreeks op hun onverantwoord beleid omtrent de beheersing van de hinder gebonden aan de economische activiteit van een luchthaven, zowel wat betreft de inwoners van het Brussels Gewest als van de gebieden die men vandaag kent onder de namen « Oostrand », « Noordrand », en « Oostkant » (regio Kampenhout, Steenokkerzeel, Veltem-Beisem).
Bruxelles Air Libre Brussel roept dan ook de Vlaamse Regering op om de nodige maatregelen te nemen zodat ook zij geluidsnormen instelt (tot vandaag onbestaand in Vlaanderen voor vliegverkeer) en deze met de Brusselse geluidsnormen te harmoniseren.
Ze roept de federale en de gewestelijke overheden op om het luchtverkeer te herdefiniëren in functie van het algemeen belang, en op te houden met politieke en communautaire spelletjes waarbij tienduizenden burgers in Vlaanderen, het Brussels Gewest, en Wallonië voor onbepaalde tijd hiervan slachtoffer zijn.
Alle burgers moeten van de basisrechten, zoals het recht op nachtrust, kunnen genieten.