Questions de F-X de Donnea à Bert Anciaux


François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, fin avril et début mai, on assistait à un véritable tollé dans plusieurs secteurs de Bruxelles et de la périphérie concernant l’application du plan de dispersion des vols, mieux connu sous le nom de plan Anciaux.

En fait, on a constaté des déséquilibres dans les sacrifices résultant de l’application de ce plan puisque
certaines sous-régions de Bruxelles et du Brabant flamand criaient beaucoup plus fort que d’autres ! Or, un plan équilibré doit avoir pour conséquence que tous soient également satisfaits ou insatisfaits. Quand on constate des déséquilibres importants dans les protestations, il faut reconnaître qu’il y a un problème.

Suite à ces protestations violentes et virulentes, vous avez eu la sagesse de demander aux médiateurs de
l’aéroport de vous faire une nouvelle proposition pour essayer de limer les aspérités de votre plan dans
certaines parties du Brabant flamand et de la Région de Bruxelles-Capitale. Ce plan des médiateurs qui, m’a-t- on dit, emporterait votre adhésion a-t-il déjà reçu l’accord du gouvernement dans son ensemble? Quelles composantes de vent allez-vous adopter pour les opérations sur la piste 02-20 de façon à pouvoir appliquer une partie de votre plan, à savoir les nuits scindées sur cette piste pour alléger les nuisances que subissent notamment les habitants de l’Oostrand?

Indépendamment de la question générale sur le niveau d’approbation de votre plan, je me demande
comment vous comptez faire pour que, dans la nuit du samedi au dimanche, la majorité des départs de la
piste 25-gauche ne survole pas systématiquement l’Oostrand. Enfin, de façon plus générale, où en sont vos discussions avec DHL et où en sont les études concernant le développement d’un deuxième aéroport?

Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, chers collègues, premièrement, il n’existe pas du tout de
nouveau plan de dispersion ou de répartition des vols.

Ten tweede, er werden heel veel vragen gesteld. Ik had dan ook, in alle eerlijkheid, graag meer tijd gehad om
te antwoorden. Ik zal echter proberen heel kort te zijn.
Er is inderdaad een verhoogde hinder door de uitzonderlijke windomstandigheden van de voorbije weken.
Sinds de invoering van het plan is er een uitdrukkelijke, verhoogde toename geweest van noorden- en
oostenwinden. Ik kan veel regelen, maar dat kan ik niet regelen.

(…): Het is vooral de regering die veel wind maakt!
Minister Bert Anciaux: Dat kan zijn, maar hij komt dan niet vanuit Brussel. Hij komt naar Brussel
toegewaaid. Het zijn anderen die wind veroorzaken.

(…): … uit Nederland.

Minister Bert Anciaux: Door de noorden- en oostenwinden is er een verhoogde hinder geweest in een aantal zones. De hinder was echter niet zo erg als hier soms wordt voorgesteld. Het zou soms goed zijn om ook eens op basis van cijfers het dossier te bekijken.
Zone 3, de Oostrand, heeft sinds de invoering van het spreidingsplan 14% van de vluchten over zich
gekregen. Zone 1, waarvan de Franstaligen zeggen dat ze zo goed uit het plan komt, heeft 36% van de
vluchten over zich heen gekregen.

Men moet dus weten waarover men het heeft. Er is geen nieuw plan. Het oude plan of het spreidingsplan
wordt integraal doorgevoerd. We willen evenwel een aantal zaken verbeteren. Een aantal routes die nu pal over dorpskernen gaan, willen we ernaast leggen. Er gebeuren geen verschuivingen tussen de zones. Er is geen verhoging naar andere zones. Ik wil een verlichting brengen binnen de zone voor een aantal
dorpskernen. Ik heb het dan over Wezembeek-Oppem, Tervuren, Kraainem, Sterrebeek, Kortenberg, Erps-Kwerps en Meerbeek. Dat zijn de dorpen die minder hinder zouden hebben indien wij een aantal wijzigingen, die ik voorstel, doorvoeren.

Het plan komt van mij en ik werd door niemand onder druk gezet, al is het een beetje onnozel om dat te
zeggen. In dit dossier word ik immers elke dag door honderden mensen onder druk gezet. Ik geef er echter niet aan toe en op generlei wijze worden op basis van die druk beslissingen genomen.

De windnorm willen wij normaliseren. Wat wil dat zeggen? Vandaag zijn de uitzonderingen bijna algemene regel geworden. Door een heel strenge windnorm kan het spreidingsplan het grootste deel van de tijd niet worden uitgevoerd. Door een normalisering van de windnorm zal het spreidingsplan dus meer kunnen worden uitgevoerd.
Mijnheer de voorzitter, normalisering houdt in dat er niet politiek wordt beslist. Er wordt door de deskundigen beslist wat kan en wat niet kan. Op basis van hun rapporten, die ik heel binnenkort zal krijgen, over wat kan en wat niet kan, zullen de windnormen worden genormaliseerd, met de uitdrukkelijke bedoeling om een betere spreiding en minder concentraties op basis van de wind te realiseren. Er is dus geen druk en geen bevoordeling van de ene zone ten opzichte van een andere zone.

Er is geen sprake van om opnieuw concentratie in te voeren. Wat de investeringen betreft, u weet dat ik voorstander daarvan blijf, maar dit zal een onderdeel zijn van een diepgaander gesprek over de toekomst van deze luchthaven, dat zonder enige twijfel samen met de Gewesten moet worden gevoerd.

Het probleem van de 700 voet geeft, voor alle duidelijkheid, geen bijkomende hinder voor de Noordrand. Er wordt niet gevlogen op zondag. Er wordt uitsluitend gevlogen als er uitdrukkelijk een bijzondere zuidenwind is, als het spreidingsplan niet gevlogen kan worden, want dit houdt in dat men moet landen en opstijgen op baan 20. Dat is in mijn spreidingsplan nooit voorzien. Dat geeft geen bijkomende hinder voor de Noordrand en helemaal niet, mevrouw Nagy, – waar haalt men het toch altijd, alles wordt omgedraaid – voor Brussel.
Men draait inderdaad sneller af, maar men vliegt over kantoorzones, want langs die kant zijn er uitsluitend
kantoorzones.

Mijnheer de voorzitter, ik heb nog een punt, namelijk de harmonisering van de windnormen. Op 21 april was er een grote vergadering met de betrokken Gewesten, BIAC, Belgocontrol, DGLV en mijn kabinet, onder meer over het geluidskadaster. Er is uitdrukkelijk aan mij gevraagd door de Gewesten om de discussie in verband met de harmonisering – ik heb namelijk een voorstel klaar – uit te stellen tot er een aantal technische verduidelijkingen komen betreffende het geluidskadaster. Dit is uitdrukkelijk door alle partijen gevraagd, ik heb het nog eens gemaild en uitdrukkelijk gevraagd of niemand dan toch alleen met de geluidsnormen zou afkomen. Dat was niet het geval, men wacht op een aantal verduidelijkingen. Er is een deskundige die voor mij een plan heeft klaargemaakt, maar dit wordt alleen besproken op die vergadering, samen met de Gewesten, op het moment dat zij wensen. Ik ben er in elk geval klaar voor, maar er is dus uitstel. Voor de technische details die men heeft gevraagd, is er anderhalve à twee maand nodig. Er moeten daarvoor technische berekeningen en wetenschappelijk onderzoek gebeuren.

Mijnheer de voorzitter, er is geen beslissing nodig van het kernkabinet of de regering. Er is een voorstel van de minister van Mobiliteit. Ik toets dit binnen de meerderheid af bij de andere kabinetten. Er is
eensgezindheid over. De windnormen hangen louter en alleen af van de deskundigen. Ik wens daarover niet politiek te marchanderen. Het verschil in windnormen kwam er nadat de heer de Donnea, onder meer met CD&V en het Vlaams Blok, een commissie heeft bijeengeroepen over die windnormen. Ik stel vast dat het gevolg daarvan was dat wij tot verschillende windnormen zijn gekomen, met name 0 rugwind voor de baan 02/20.

Ik heb toen aangekondigd dat wij door deskundigen laten onderzoeken of dit genormaliseerd kan worden.
Die resultaten verwacht ik vandaag of morgen. Er is geen argumentatie om te zeggen dat de Kern zich hier nog over moet buigen.

François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le ministre, je persiste à croire que j’ai bien fait de provoquer
une réunion avec les pilotes. Celle-ci nous a permis à tous deux de prendre conscience de certains
phénomènes que nous n’appréhendions peut-être pas, ni l’un ni l’autre. En tout cas, elle a permis de clarifier certains points. Ainsi, monsieur le ministre, avez-vous pu adopter, par après, certaines positions que j’ai appréciées, je m’empresse de le dire.
Je prends note du fait que les composantes de vent normalisées ne sont pas encore arrêtées mais qu’elles le seront bientôt. Il serait normal que vous veniez nous l’expliquer en compagnie d’experts. Il est normal que vous ne vouliez pas jouer l’expert, mais il faudrait néanmoins nous expliquer, en commission, en quoi cela consiste et quelles en seront les conséquences. Je déplore également que ce débat n’ait pu avoir lieu en commission. Cela aurait permis de mieux visualiser la situation à l’aide de cartes et de tableaux chiffrés ainsi que de l’audition éventuelle de l’un ou l’autre expert, et de vous-même, monsieur le ministre ou d’autres encore.
Enfin, je pense également que nous devons vous encourager à aller de l’avant. Vous le faites, dites-vous. Je m’en réjouis et j’en prends acte, avec la mise sur pied d’un cadastre du bruit qui puisse se baser sur des méthodes de travail approuvées par les trois régions, en vue du développement de normes de bruit
consensuelles à ce niveau. Cela me semble important.

Je me permettrai de terminer sur une note plus polémique. Ce dossier s’est développé de façon très confuse du fait des circonstances. Lorsque Mme Durant a pris la responsabilité de toucher à cette question, elle a ouvert une boîte de Pandore dont on éprouvera beaucoup de difficultés à refermer le couvercle; elle a permis le développement d’un imbroglio dont, quel que soit le ministre et quel que soit le gouvernement en place, nous aurons beaucoup de difficultés à nous extirper.